naaktloper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord naaktloper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord naaktloper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je naaktloper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord naaktloper is hier. De definitie van het woord naaktloper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannaaktloper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
naaktloper
  • naakt·lo·per
enkelvoud meervoud
naamwoord naaktloper naaktlopers
verkleinwoord

de naaktloperm [1]

  1. iemand die zich zonder kleren in de openbare ruimte begeeft
    • Henk Boom lijkt niets te zijn ontgaan. Hij biedt vooral voer voor kunsthistorici, die complete congresdebatten over symboliek en metaforen kunnen teruglezen. We komen de schilder in het boek tegen als alchemist, rozenkruiser, vastenprediker, magiër, surrealist avant la lettre, psychiatrisch patiënt, lid van een geheime sekte van naaktlopers. [2] 
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Marianne Vermeijden 15 april 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be