naberouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord naberouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord naberouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je naberouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord naberouw is hier. De definitie van het woord naberouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannaberouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • na·be·rouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naberouw
verkleinwoord

het naberouwo

  1. spijt die te laat komt
     „Twee Staatslieden van den eersten rang zijn er, Oldenbarnevelt, en Jan de Witt, voor wie thans, krachtens de uitspraak der Historie, in de nabijheid van den Eersten Willem, de tijd van standbeeldoprichting daar is. Ter plaatse, die dankbaarheid en naberouw aanwijst; waar de een onthoofd en de ander verscheurd werd.”[3]
39 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]
  1. naberouw op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    Rudy Ligtenberg
    “Het beeld bijgesteld” (16-03-2011), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be