narc

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord narc. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord narc, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je narc in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord narc is hier. De definitie van het woord narc zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannarc, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • narc
enkelvoud meervoud
naamwoord narc narcs
verkleinwoord narcje narcjes

narc

  1. narcist
  2. ambtenaar wiens taak is om het drugsbeleid te handhaven, narcotica-agent
     Ik knijp mijn ogen dicht. 'Weet je zeker dat je geen narc bent?' 'Een narc?' Hij lacht, een luidruchtige lach die me van slag brengt. Het verlicht mijn stemming iets. Een soort van. Hij kijkt me aan. 'Nee, ik ben geen federaal agent die drugs opspoort.'[1]
     Of nog erger, je koopt van een narc – agent van de narcotica-afdeling – en wordt gearresteerd, en wat Jacqui echt niet wil, is gearresteerd worden en afkicken in Rikers.[2]
     'Je hebt een narc meegenomen?' Zijn gezicht was wit van woede. 'Je dacht dat je hier een narcotica agent mee kon brengen? Dat komt je duur te staan, kleine teef.'[3]
  1. Bronlink Weblink bron
    Claire Contreras
    “Omdat je van mij bent”, Dutch Venture Publishing, p. 220
  2. Bronlink Weblink bron “De grens” (2019), HarperCollins Holland, ISBN 9789402757811, p. 123
  3. Bronlink Weblink bron
    Michael Anderle
    “Uitdagingen: Frank Kurns # 4” (2022), LMBPN Publishing, ISBN 9781685007201, p. 34