nuchterheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord nuchterheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord nuchterheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je nuchterheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord nuchterheid is hier. De definitie van het woord nuchterheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vannuchterheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • nuch·ter·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord nuchterheid nuchterheden
verkleinwoord

de nuchterheidv

  1. in een staat zijn van nog niet gegeten hebbend
    • Het suikergehalte in het bloed was zo hoog dat de nuchterheid van de diabetes patiënt twijfelachtig was. 
  2. geen alcohol gedronken hebbend
    • Het alcoholslot moest de nuchterheid van de bestuurder garanderen. 
  3. rustig en bedaard zijnd
    • Zijn nuchterheid maakte het moeilijk om echte ruzie met hem te krijgen. 
  4. onvatbaar zijn voor allerlei emotionele stemmingen, ongevoeligheid
    • Feiten zijn goed voor onze nuchterheid, maar we hebben in de eerste plaats te maken met verschillende visies op wat wij een goede samenleving vinden. Omdat er geen sprake is van een echt debat, van echt engagement, blijven we langs elkaar heen roepen en kan iemand als Rijxman twee doelgroepen toespreken, zonder zich rekenschap te geven van de spanningen die haar betogen in zich dragen. [1] 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Bas Heijne 30 december 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be