obus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord obus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord obus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je obus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord obus is hier. De definitie van het woord obus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanobus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
4 obussen uit de eerste wereldoorlog
  • obus
enkelvoud meervoud
naamwoord obus obussen
verkleinwoord

de obusv / m

  1. (militair) projectiel van een kanon
    • Op een aangespoeld stuk wrakhout heeft hij in spijkers de namen van alle bestemmingen geslagen. Een man van de wereld werd Fernand, die voor zijn dertigste nooit verder was geweest dan de zee. ‘Voor mijn plechtige communie. Naar De Panne, waar mijn papa mij toonde waar hij in de Eerste Wereldoorlog “gelegen” had nadat hij in Cherbourg gekwetst was geraakt door een obus. Een brave, taaie mens.’ [3] 
    • Voor de landbouwers in de Westhoek zijn mortiergranaten even normaal als klokgelui op zondag. Obussen, noemen ze ze hier, een verbastering van het Frans. Tijdens de Slag bij Passendale in 1917 alleen al werden er 40 miljoen afgeschoten. Naar schatting 20 tot 30 procent ontplofte niet, en verdween in de zachte modder. [4] 
21 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]
  1. obus op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard ZATERDAG 20 MEI 2017
  4. Volkskrant LEEN VERVAEKE 15 maart 2014
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be