omarmde
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omarmde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omarmde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omarmde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omarmde is hier. De definitie van het woord omarmde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomarmde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- om·arm·de
| vervoeging van |
|---|
| omarmen |
omarmde
- enkelvoud verleden tijd van omarmen
- Ik omarmde.
- Jij omarmde.
- Hij, zij, het omarmde.
- Ik omarmde.
- ▸ En ze kon zich ook niet voorstellen dat ze het in de toekomst zouden doen, tenzij ze toevallig naast elkaar zouden staan als de mededeling over de eindoverwinning plotseling kwam, Duitslands onvoorwaardelijke overgave, of iets soortgelijks dat ervoor kon zorgen dat wie dan ook wie dan ook omarmde die in de buurt stond.[1]
- verbogen vorm van omarmd, voltooid deelwoord van omarmen
- Het woord omarmde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus
, ISBN 9789044628265
