Geluid: omkrullen (hulp, bestand) [1],[2] IPA: /ˈɔmkrʏlə(n)/ [3] IPA: /ɔmˈkrʏlə(n)/ om·krul·len samenstelling van om en krullen omkrullen onovergankelijk...
Geluid: omkrullend (hulp, bestand) om·krul·lend omkrullend onvoltooid deelwoord van omkrullen...
omkrullende (hulp, bestand) om·krul·len·de omkrullende verbogen vorm van omkrullend, het onvoltooid deelwoord van omkrullen Het woord 'omkrullende'...
van omkrullen Jij omkrult. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkrullen Hij omkrult. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkrullen Omkrult...
tijd van omkrullen Ik omkrul. gebiedende wijs van omkrullen Omkrul! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkrullen Omkrul je...
verleden tijd van omkrullen Ik omkrulde. Jij omkrulde. Hij, zij, het omkrulde. verbogen vorm van omkruld, voltooid deelwoord van omkrullen krulde om omkrulde...
bestand) om·kruld vervoeging van omkrullen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel omkruld voltooid deelwoord van omkrullen omgekruld...
tijd van omkrullen Ik krul om. gebiedende wijs van omkrullen Krul om! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkrullen Krul je...
omkrullen Jij krult om. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkrullen Hij krult om. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkrullen Krult...
tijd van omkrullen Wij omkrulden. Jullie omkrulden. Zij omkrulden. krulden om omkrulden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omkrullen ...dat wij...