omroepwet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord omroepwet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord omroepwet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je omroepwet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord omroepwet is hier. De definitie van het woord omroepwet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanomroepwet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • om·roep·wet
enkelvoud meervoud
naamwoord omroepwet omroepwetten
verkleinwoord

de omroepwetv / m

  1. een Nederlandse wet uit de jaren 60 die het Nederlandse publieke omroepbestel toegankelijker maakte voor nieuwe omroepenorganisaties, voorganger van de mediawet
    • Overigens hadden de parlementariërs nog wel even over de naam van deze wet moeten nadenken. Gangbaar is te spreken over de Mediawet, terwijl de naam Omroepwet gepaster zou zijn. Die benaming klinkt misschien wat ouderwets, maar is feitelijk juister. Over kranten wordt namelijk gezwegen.[1] 
    • Maar voorlopig komt er in de regio geen door uitgevers, commerciële omroepen of door samenwerkende lokale omroepen ingevuld publiek programma-aanbod. De regionale omroepen hebben het monopolie. Die Omroepwet staat zelfs geen samenwerking tussen dagbladen en regionale omroepen toe, want de publieke omroep mag niet meewerken aan 'winst van derden'.[2] 
97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[3]