onbehagen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord onbehagen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord onbehagen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je onbehagen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord onbehagen is hier. De definitie van het woord onbehagen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanonbehagen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • on·be·ha·gen
enkelvoud meervoud
naamwoord onbehagen -
verkleinwoord - -

het onbehageno

  1. gevoel niet op zijn gemak te zijn
    • Het onbehagen onder de bevolking werd steeds groter. 
     Volgens het onderzoek ondervinden tussen de 600.000 en 800.000 Nederlanders ernstige hinder van verkeerslawaai. Ze zijn boos en hebben gevoelens van afkeer, onbehagen en onvoldaanheid. Nog eens 300.000 mensen hebben slaapproblemen door verkeerslawaai.[3]
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]