ongekunsteldheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ongekunsteldheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ongekunsteldheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ongekunsteldheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ongekunsteldheid is hier. De definitie van het woord ongekunsteldheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanongekunsteldheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ge·kun·steld·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van ongekunsteld met het achtervoegsel -heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ongekunsteldheid | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ongekunsteldheid v
- de mate waarin iemand simpel en eenvoudig is zonder overbodige poespas
- ▸ Zijn valse ongekunsteldheid is een literaire façade, een onnatuurlijk maniërisme, een boekerig verschijnsel, dat niet uit het dorp is meegenomen, maar van de planken van academische boekenmagazijnen is gehaald.
- ▸ Hij ziet dan die diepe sporterspijn en alleen Mart heeft de ongekunsteldheid en oprechtheid om met ze mee te beleven. Daar gaat het om, beste mensen.
- iets dat getuigd van eenvoudigheid
Synoniemen
- losheid, souplesse, oprechtheid, onbedorvenheid, naïviteit, onschuld, gemak, schwung, vlotheid, natuurlijkheid, ongedwongenheid
Gangbaarheid
- Het woord ongekunsteldheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot
, ISBN 9789028261396
- ↑
Weblink bron “Mijn excuses aan Mart Smeets” (27/11/2009), HP de Tijd
