oorklep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oorklep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oorklep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oorklep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oorklep is hier. De definitie van het woord oorklep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoorklep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·klep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorklep oorkleppen
verkleinwoord oorklepje oorklepjes

Zelfstandig naamwoord

de oorklepv / m

  1. deel van een muts waarmee je de oren kunt afdekken (tegen het lawaai, of tegen de kou)
    • We kennen hem van zijn hilarische sketches met Corrie van Gorp, typetjes als Ed Oorklep, van carnavalshits als Willempie en van zijn radioprogramma Dik Voormekaar Show.  
    • Grote grasmaaiers, waar mannen opzitten met grote oorkleppen. Dan komen de mannen met snerpende vetermaaiers en dan blazers. Minimaal twee keer per week. In het speeltuintje altijd minimaal één krijser. Ik zie steeds meer mensen met gehoorapparaten.  
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 19 OKTOBER 2006 (dim) Willempie is raar
  3. De Telegraaf 29 dec. 2013 in WAT U ZEGT 'Lawaai is een ramp'
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be