10 Resultaten gevonden voor "opdonderen/".

opdonderen

ww  opdonderen ergatief heel snel weggaan Wil je wel eens snel van mijn erf opdonderen!  ophoepelen, oplazeren, opsodemieteren Het woord opdonderen staat...


opdonderend

Geluid:  opdonderend    (hulp, bestand) op·don·de·rend opdonderend onvoltooid deelwoord van opdonderen...


opdonderende

Geluid:  opdonderende    (hulp, bestand) op·don·de·ren·de opdonderende verbogen vorm van opdonderend, het onvoltooid deelwoord van opdonderen Het woord...


opdonder

Geluid:  opdonder    (hulp, bestand) IPA: / ˈɔbdɔndər / (3 lettergrepen) op·don·der ww:  opdonderen zn  zonder de uitgang -en zn: Naamwoord van handeling...


opdonders

Geluid:  opdonders    (hulp, bestand) op·don·ders de opdonders mv meervoud van het zelfstandig naamwoord opdonder...


opgedonderd

vervoeging van opdonderen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  op bw  en  gedonderd ww  opgedonderd voltooid deelwoord van opdonderen...


donder op

van opdonderen Ik donder op.  gebiedende wijs van opdonderen Donder op!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen Donder...


opdondert

tegenwoordige tijd van opdonderen ... dat jij opdondert.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen ... dat hij opdondert...


dondert op

enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen Jij dondert op.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdonderen Hij dondert op.  (verouderd) gebiedende...


opdonderde

op·don·der·de opdonderde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdonderen ... dat ik opdonderde.  ... dat jij opdonderde.  ... dat hij, zij, het...