Geluid: opdreunen (hulp, bestand) op·dreu·nen samenstelling van op en dreunen opdreunen overgankelijk op monotone wijze voordragen of voorlezen...
Geluid: opdreunend (hulp, bestand) op·dreu·nend opdreunend onvoltooid deelwoord van opdreunen...
Geluid: opdreun (hulp, bestand) op·dreun opdreun (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreunen ... dat ik opdreun. ...
opdreunende (hulp, bestand) op·dreu·nen·de opdreunende verbogen vorm van opdreunend, het onvoltooid deelwoord van opdreunen Het woord 'opdreunende'...
vervoeging van opdreunen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gedreund ww opgedreund voltooid deelwoord van opdreunen...
tegenwoordige tijd van opdreunen ... dat jij opdreunt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreunen ... dat hij opdreunt. ...
tijd van opdreunen Ik dreun op. gebiedende wijs van opdreunen Dreun op! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreunen Dreun...
opdreunen Jij dreunt op. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdreunen Hij dreunt op. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opdreunen...
bestand) op·dreun·de opdreunde (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdreunen ... dat ik opdreunde. ... dat jij opdreunde. ... dat hij, zij, het opdreunde...
bestand) op·dreun·den opdreunden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opdreunen ...dat wij opdreunden. ...dat jullie opdreunden. ...dat zij opdreunden...