Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
oplegde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
oplegde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
oplegde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
oplegde is hier. De definitie van het woord
oplegde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
oplegde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
oplegde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opleggen
- ... dat ik oplegde.
- ... dat jij oplegde.
- ... dat hij, zij, het oplegde.
- ▸ Verderop bij de rivier maakte ik een klein vuurtje waar ik wat bladeren oplegde zodat er veel rook ontstond.[1]
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers