opperrechter
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opperrechter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opperrechter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opperrechter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opperrechter is hier. De definitie van het woord opperrechter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopperrechter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- op·per·rech·ter
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | opperrechter | opperrechters |
| verkleinwoord | - | - |
de opperrechter m
- (juridisch) hoogste rechter
- (juridisch) rechter die lid is van het opperste gerechtshof
- Vrouw van Amerikaanse opperrechter verzocht uitslag verkiezingen aan te vechten. [3]
- Het woord opperrechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opperrechter" herkend door:
| 92 % | van de Nederlanders; |
| 94 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nu.nl
- ↑ www.nrc.nl (25 mrt 2022)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
