Geluid: oproeien (hulp, bestand) op·roei·en samenstelling van op en roeien oproeien onovergankelijk (bij een rivier) tegen de stroom inroeien Tegen...
Geluid: oproeiend (hulp, bestand) op·roei·end oproeiend onvoltooid deelwoord van oproeien...
Geluid: oproei (hulp, bestand) op·roei oproei (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien ... dat ik oproei. ...
Geluid: oproeiende (hulp, bestand) op·roei·en·de oproeiende verbogen vorm van oproeiend, het onvoltooid deelwoord van oproeien Het woord oproeiende staat...
Geluid: opgeroeid (hulp, bestand) op·ge·roeid vervoeging van oproeien: voltooid deelwoord opgeroeid voltooid deelwoord van oproeien...
tijd van oproeien Ik roei op. gebiedende wijs van oproeien Roei op! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien Roei je op...
van oproeien Jij roeit op. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien Hij roeit op. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van oproeien Roeit...
enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien ... dat jij oproeit. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oproeien ... dat hij oproeit. ...
bestand) op·roei·de oproeide (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oproeien ... dat ik oproeide. ... dat jij oproeide. ... dat hij, zij, het oproeide...
bestand) op·roei·den oproeiden (in een bijzin) meervoud verleden tijd van oproeien ...dat wij oproeiden. ...dat jullie oproeiden. ...dat zij oproeiden. ...