opschrok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opschrok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opschrok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opschrok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opschrok is hier. De definitie van het woord opschrok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopschrok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·schrok

Werkwoord

vervoeging van
opschrokken

opschrok

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschrokken
    • ... dat ik opschrok. 
vervoeging van
opschrikken

opschrok

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opschrikken
    • ... dat ik opschrok. 
    • ... dat jij opschrok. 
    • ... dat hij, zij, het opschrok.