opvoeder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opvoeder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opvoeder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opvoeder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opvoeder is hier. De definitie van het woord opvoeder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopvoeder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·voe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord opvoeder opvoeders
verkleinwoord opvoedertje opvoedertjes

de opvoederm

  1. (beroep) iemand die een kind leert hoe het zich moet gedragen en zorgt dat het opgroeit door het eten te geven
    • Het werk van een opvoeder is een werkje van langdurige adem dat veel geduld vereist. 
  1. voogd, mentor, ouder
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be