oubolligheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord oubolligheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord oubolligheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je oubolligheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord oubolligheid is hier. De definitie van het woord oubolligheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanoubolligheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ou·bol·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oubolligheid oubolligheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oubolligheidv

  1. een vreemde, koddige eigenzinnigheid
    • In latere interviews bekenden drummer Dave Grohl en bassist Krist Novoselic dat ze het aanvankelijk bestempelden als een liedje dat zich qua oubolligheid kon meten met een oubollig hardrocknummer als More Than A Feeling van Boston.  
    • ,,Ik zeg niet: laat de moeders weer achter het aanrecht kruipen. Ik zeg: laat vaders en moeders het sámen doen, in overleg. Het heeft niks met oubolligheid te maken, het heeft te maken met de constatering dat ouders nu wel kinderen willen, maar er nauwelijks tijd voor willen maken. En dat kan niet.  
    • Maar Van den Broek zag al wel donkere wolken hangen. „Aan de universiteiten worden de staven nog steeds ingekrompen, waardoor bepaalde onderdelen van het vak danig in de knel komen.” En prof. dr. F. A. van Lieburg vraagt zich af, als hij de derde kwarteeuw van het KHG onder de loep neemt, of wijlen prof. dr. Willem van Asselt, in die tijd „de nieuwe penvoerder” van het KHG, „een vleugje zelfspot” hanteerde toen hij schreef over „de oubolligheid van een theologenclub die zichzelf dreigde te overleven.”  

Gangbaarheid


Verwijzingen