Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
overliep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
overliep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
overliep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
overliep is hier. De definitie van het woord
overliep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
overliep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
overliep
- enkelvoud verleden tijd van overlopen
- Ik overliep.
- Jij overliep.
- Hij, zij, het overliep.
overliep
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overlopen
- ... dat ik overliep.
- ... dat jij overliep.
- ... dat hij, zij, het overliep.
- ▸ Hier in de uitgestrekte woestijn was er weinig tot geen internetverbinding, maar zodra ik een hoge bergpas overliep checkte ik altijd even of er daar misschien wél bereik was doordat er een stad in de verte lag.[1]
- ↑
Tim Voors
“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers