papierwerk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord papierwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord papierwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je papierwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord papierwerk is hier. De definitie van het woord papierwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanpapierwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pa·pier·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord papierwerk
verkleinwoord papierwerkje

het papierwerko

  1. het geheel aan formulieren, brieven en andere papieren
  2. (figuurlijk) het verwerken van formulieren, brieven, facturen en andere papieren
    • Het papierwerk lieten we over aan onze boekhouder. 
    • Maurice Vandeputte: 'De stiel is kapot. Ik zit al 45 jaar in het vak. Mijn ouders waren vlassers, maar ik moest beenhouwer worden, dat vonden ze een beroep met toekomst. Ik ben van Zele. Toen ik begon, waren er 46 beenhouwers, nu zijn er nog vijf. De concurrentie van de supermarkten, hé mevrouw. Ach, ze maken het ons ook zo lastig, met al dat papierwerk dat we moeten invullen.' [1] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. De Standaard 20/12/2008 door ilse degryse 'We zijn geen gangsters'
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be