provisor

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord provisor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord provisor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je provisor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord provisor is hier. De definitie van het woord provisor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanprovisor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • pro·vi·sor
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord provisor provisors
provisoren
verkleinwoord

de provisorm

  1. plaatsvervanger van een bisschop, rechter
  2. beheerder van een apotheek in dienst van een andere apotheker
    • Apothekers te Paramaribo.
      A; Ph. Samson, Heerenstraat No. 64
      M.J. de la Parra, Zwartenhovenbrugstraat No. 140
      C.A. van Spall, Zwartenhovenbrugstraat No. 100
      E. Essed , Steenbakkerijstraat No. 44
      J. de la Fuente, Keizerstraat No. 24
      A.S. del Castilho, Jodebreestraat No, 37
      H.G. Jessurun, Saramaccastraat No. 6
      J. Stirling, Keizerstraat No. 92
      R.C. Buth , Steenbakkerijstraat No. 32
      H.L. Hotleuv , Maagdenstraat No, 7
      W.A. Dawson, Dominéstraat No. 32
      [1]
       
66 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tubantia De Vraagbaak. Almanak voor Suriname 1928 Apothekers te Paramaribo.
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be