ik thuis was, was hij bezig met quadrilleren. inergatief het quadrillespel spelen Wij waren bezig met quadrilleren. Het aanbrengen van een ruitvorm...
Geluid: quadrilleer (hulp, bestand) qua·dril·leer quadrilleer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadrilleren Ik quadrilleer. gebiedende...
Geluid: quadrillerend (hulp, bestand) qua·dril·le·rend quadrillerend onvoltooid deelwoord van quadrilleren...
Geluid: quadrillerende (hulp, bestand) qua·dril·le·ren·de quadrillerende verbogen vorm van quadrillerend, het onvoltooid deelwoord van quadrilleren Het...
gequadrilleerd (hulp, bestand) ge·qua·dril·leerd vervoeging van quadrilleren: de stam met omvoegsel ge- -d gequadrilleerd voltooid deelwoord van quadrilleren...
enkelvoud tegenwoordige tijd van quadrilleren Jij quadrilleert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quadrilleren Hij quadrilleert. (verouderd)...