radioluisteraar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord radioluisteraar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord radioluisteraar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je radioluisteraar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord radioluisteraar is hier. De definitie van het woord radioluisteraar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanradioluisteraar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ra·dio·luis·te·raar
enkelvoud meervoud
naamwoord radioluisteraar radioluisteraars
verkleinwoord

de radioluisteraarm

  1. persoon die naar een radioprogramma luistert
     De finale begint om 21.00 uur en is vanzelfsprekend live te zien op NPO 1 en NOS.nl. Vanaf 20.20 uur kijkt presentator Henry Schut met enkele gasten vast vooruit. De radioluisteraar kan terecht bij Radio 1 Sportzomer op NPO Radio 1, terwijl er op NOS.nl een liveblog wordt bijgehouden.[1]
     "Het was kletsnat", zegt Roy Curvers tijdens zijn eerste belletje met Langs de Lijn. De komende drie weken praat hij de radioluisteraar iedere avond tegen 23.00 uur bij vanuit de Tour de France.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Sport
    “De sport van zondag bij de NOS” (Zondag 10 juli 2016, 08:09), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Wielrennen
    “Bellen met Roy: ploegleider was bang dat ik zou gaan lopen” (Zaterdag 1 juli 2017, 23:10), NOS