rattenstaart

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord rattenstaart. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord rattenstaart, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je rattenstaart in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord rattenstaart is hier. De definitie van het woord rattenstaart zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrattenstaart, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Rattenstaart voor houtbewerking in het midden
rattenstaart
  • rat·ten·staart
enkelvoud meervoud
naamwoord rattenstaart rattenstaarten
verkleinwoord

de rattenstaartm

  1. de staart van een rat, een lange onbehaarde staart
    • Om in de nachten toch nog gezelschap in zijn slaapkamer te hebben, nam hij een hondje met de naam Fox. Opmerkelijk, want het was niet alleen een zogeheten onrein dier, maar het moet een gedrocht zijn geweest. ‘Fox was dik, had dunne pootjes en een rattenstaart’, schrijft Betsy Udink in Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan. Atatürk was dol op het beest en nam het op zijn arm overal mee naartoe. Tot het op een dag zijn baasje in de hand beet. De volgende dag werd Fox afgemaakt. [2] 
  2. een ronde vijl voor het verruimen van gaten in hout of metaal
  3. een soort kapsel waarbij een lange haarlok aan de achterzijde van het hoofd aanwezig is
  4. een soort diepzeevis
    • De Leo en zijn collega’s fotografeerden in de Kaikoura Canyon ook diepzeevissen zoals de rattenstaart, genoemd naar zijn kenmerkende kale uiteinde. Op 273 m2 zeebodem ontdekten zij 141 diepzeevissen. Ook die dichtheid van 5.000 vissen per hectare ligt ruim tien keer hoger dan eerder is gezien in vergelijkbare leefgemeenschappen. De studie verschijnt binnenkort online op de website van de Proceedings of the Royal Society B. [3] 
99 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC oef Jaeger 25 maart 2016
  3. NRC Michiel van Nieuwstadt 1 mei 2010
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be