bestaat nog niet. Aanmaken? re·for·zar reforzar re·for·zar overgankelijk versterken, verstevigen bemoedigen reforzar in: Diccionario de la lengua española...
reforzare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van reforzar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
reforzaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van reforzar...
reforzaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van reforzar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van reforzar...
reforzamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van reforzar...
tegenwoordige tijd (presente) van reforzar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (bevestigend...
reforzaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reforzar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reforzar...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar...