10 Resultaten gevonden voor "reforzar/".

reforzar

bestaat nog niet. Aanmaken? re·for·zar reforzar re·for·zar overgankelijk versterken, verstevigen bemoedigen reforzar in: Diccionario de la lengua española...


reforzare

reforzare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van reforzar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...


reforzaré

reforzaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van reforzar...


reforzaren

reforzaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van reforzar...


reforzaría

reforzaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van reforzar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van reforzar...


reforzamos

reforzamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van reforzar...


refuerce

tegenwoordige tijd (presente) van reforzar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (bevestigend...


reforzaba

reforzaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reforzar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van reforzar...


refuerza

enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar...


reforcéis

persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van reforzar...