restschuld

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord restschuld. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord restschuld, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je restschuld in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord restschuld is hier. De definitie van het woord restschuld zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrestschuld, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • rest·schuld
enkelvoud meervoud
naamwoord restschuld restschulden
verkleinwoord

de restschuldv / m

  1. schuld die overblijft als men een huis heeft verkocht en daarmee slechts een deel van de hypotheekschuld kan afbetalen
     Huizenkopers kunnen tegenwoordig niet meer de kosten van een hypotheek volledig meefinancieren in de hypotheek zelf. De overheid heeft bepaald dat de maximale hypotheek nu 102 procent van de woningwaarde mag zijn. Daarmee wilde de overheid voorkomen dat woningbezitters met een restschuld komen te zitten. In 2018 wordt deze norm verder verlaagd tot 100 procent van de woningwaarde (in 2012 was het nog 106 procent).[1]
     Het zijn voornamelijk deze jongere huishoudens die bij (gedwongen) verkoop van de woning het risico lopen met een restschuld te blijven zitten.[2]
  2. het nog niet afgeloste deel van een schuld
  3. de schuld die overblijft na een wettelijke schuldsanering
  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Extra lening voor hypotheekkosten risicovol'” (Vrijdag 8 april 2016, 11:43), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “CBS: 84.000 minder huizen 'onder water'” (Donderdag 29 oktober 2015, 08:07), NOS