Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
revaccineerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
revaccineerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
revaccineerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
revaccineerde is hier. De definitie van het woord
revaccineerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
revaccineerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
revaccineerde
- enkelvoud verleden tijd van revaccineren
- Ik revaccineerde.
- Jij revaccineerde.
- Hij, zij, het revaccineerde.