revaccineerde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord revaccineerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord revaccineerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je revaccineerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord revaccineerde is hier. De definitie van het woord revaccineerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanrevaccineerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • re·vac·ci·neer·de
vervoeging van
revaccineren

revaccineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van revaccineren
    • Ik revaccineerde. 
    • Jij revaccineerde. 
    • Hij, zij, het revaccineerde.