samenhorigheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord samenhorigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord samenhorigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je samenhorigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord samenhorigheid is hier. De definitie van het woord samenhorigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansamenhorigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- sa·men·ho·rig·heid
- afleiding van samenhorig met het achtervoegsel -heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | samenhorigheid | samenhorigheden |
| verkleinwoord |
de samenhorigheid v
- het gevoel van samen een geheel te zijn
- ▸ De ramadan begint dit jaar op 23 of 24 april, afhankelijk van de stand van de maan, en duurt een maand. In deze vastenmaand wordt tussen zonsopgang en zonsondergang niet gegeten, gedronken of gerookt. Ook andere vormen van genot zijn verboden. Deze maand staat onder andere in het teken van samenhorigheid.[1]
- Het woord samenhorigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Ook het Suikerfeest kan dit jaar niet groots gevierd worden” (Maandag 23 maart 2020), NOS
