scheutist

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord scheutist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord scheutist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je scheutist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord scheutist is hier. De definitie van het woord scheutist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanscheutist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Theophiel Verbist stichter van de scheutisten
  • scheu·tist
  • Afgeleid van Scheut met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord scheutist scheutisten
verkleinwoord

de scheutistm

  1. lid van de congregatie van het onbevlekte hart van Maria; de missionarissen van Scheut; een katholieke congregatie van religieuze missionarissen
     In de Antwerpse Sint-Laurentiuskerk is de 100ste verjaardag gevierd van scheutist en voormalig missiebisschop Jan Van Cauwelaert. Een bode van de paus had een boodschap voor hem bij.[1]
     Bij de mannen vormen de scheutisten met 174 de grootste groep. Bij de vrouwen zijn de zusters van Vorselaar met 314 leden koploper.[2]
13 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink Weblink bron
    hrt
    “Scheutist Jan Van Cauwelaert viert honderdste verjaardag in Sint-Laurentiuskerk” (12/04/2014), De Standaard
  2. Bronlink Weblink bron “Acht op de tien religieuzen in Vlaanderen ouder dan 75 jaar” (31/01/2018), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be