sluiper
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sluiper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sluiper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sluiper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sluiper is hier. De definitie van het woord sluiper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansluiper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slui·per
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van sluipen met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | sluiper | - |
| verkleinwoord | sluipertje | sluipertjes |
Zelfstandig naamwoord
de sluiper m
- iemand die sluipt, iets waarmee men kan sluipen
Hyponiemen
- bordeelsluiper, emoesluiper, grassluiper, heidesluiper, maansluiper, miersluiper, muggensluiper, nandoesluiper, rio-sunomiersluiper, struiksluiper
Verwante begrippen
- mannelijke vorm van sluipster
Gangbaarheid
- Het woord 'sluiper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluiper" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
