Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
snoepzak. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
snoepzak, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
snoepzak in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
snoepzak is hier. De definitie van het woord
snoepzak zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
snoepzak, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de snoepzak m
- verpakking van een verzameling snoepjes
- Vertwijfeld bestelt hij z’n eerste pilsje. De kantine… Levensader van de club, afhankelijk van bieromzet en goedkope leveranciers. En dan krijgt hij gelazer over een automaat met Wokkels en Bounty’s. Gezeur over de verkoop van kleverige mierzoete gummiklodders in de vorm van een beertje of een konijntje. Belangrijkste agendapunt voor de volgende bestuursvergadering: de snoepzakjescrisis. De veteranenvoetballer, tevens bestuurslid kantinzaken, slaakt een diepe zucht.[1]
- Ten tweede lijkt het er steeds meer op dat het geen Avond4daagse betreft, maar een Snoep4daagse; in de supermarkten liggen speciaal voor het evenement meterslange snoepzakken. Oh ja, en ten derde, lijkt het inmiddels wel een Ouders4daagse.[2]
- een plastic of papieren zakje dat gevuld wordt met snoep of zoutjes om kinderen zo te trakteren
- "Ik snap niet dat er ouders zijn die hun kinderen slagroomtaarten laten trakteren als ze jarig zijn. En dan ook nog bakken met popcorn en snoepzakken van een kilo meegeven als uitdeelcadeautje voor thuis."[3]
98 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|