snok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord snok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord snok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je snok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord snok is hier. De definitie van het woord snok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansnok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • snok
vervoeging van
snokken

snok

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snokken
    • Ik snok. 
  2. gebiedende wijs van snokken
    • Snok! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snokken
    • Snok je? 
33 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be