Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
spotgeest. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
spotgeest, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
spotgeest in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
spotgeest is hier. De definitie van het woord
spotgeest zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
spotgeest, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de spotgeest m
- iemand die de spot drijft met anderen
- Petrus Regout, door Erik Ward Geerlings geschreven voor de Maastrichtse toneelgroep Het Vervolg, plaatst de stervende industrieel (1801-1878) in een wachtruimte tussen Hemel en Hel, waar hij niet door zijn naamgenoot Petrus te woord wordt gestaan, maar door een faun-achtige spotgeest. Die roept telkens scènes uit ’s mans leven op en laat zelfs zien hoe er na zijn dood tegen hem zal worden aangekeken, ongeveer zoals het Scrooge verging in A Christmas Carol. [2]
- Het woord ‘gilipollas’ (eikel, lul), gezongen tijdens een televisieoptreden midden jaren tachtig, doet het werk. Het regende klachten en de concertaanbiedingen stroomden vervolgens binnen. De toon is gezet: vrolijk tegendraads, vlerkerig. ‘Iconoclastische spotgeesten’, ‘de hippies zijn volwassen geworden’, schrijven de kranten. [3]
- En met Stanley Burleson als een indrukwekkende Che, die hier niet alleen een sardonische spotgeest speelt, maar ook veel ondubbelzinniger dan voorheen laat zien hoe verachtelijk hij die hele Evita-poppenkast vindt. [4]
81 % |
van de Nederlanders;
|
87 % |
van de Vlamingen.[5]
|