sprookjesbos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord sprookjesbos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord sprookjesbos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je sprookjesbos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord sprookjesbos is hier. De definitie van het woord sprookjesbos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vansprookjesbos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


sprookjesbos
  • sprook·jes·bos
enkelvoud meervoud
naamwoord sprookjesbos sprookjesbossen
verkleinwoord sprookjesbosje sprookjesbosjes

het sprookjesboso

  1. bos waarin sprookjesfiguren zouden voorkomen of worden uitgebeeld
     `Nou, zoveel stelt het nu ook weer niet voor-' `Stelt niet veel voor? Ben je mal? Het personeel vecht erom wie er mag opdienen! Ze willen allemaal het sprookjesbos zien!' Ze tuurt naar me door haar bril.[1]
     De opknapbeurt is onderdeel van een groter renovatieplan van de alleroudste sprookjes in het Sprookjesbos. Eerder al werden de Indische Waterlelies, Roodkapje en Hans en Grietje onder handen genomen. Op dit moment is de Vliegende Fakir in groot onderhoud (ook al beweert de Efteling dat de fakir vakantie viert). Eind februari volgt dus Sneeuwwitje. De sprookjes zijn allemaal sinds de opening in 1952 te bewonderen.[2]
  1. “Shopaholic zegt ja” (2019), The House of Books, ISBN 9789044346176
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 april 2024 Weblink bron “Renovatie voor Sneeuwwitje en dwergen in de Efteling” (Zaterdag 23 december 2017, 17:10), NOS