stuwer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord stuwer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord stuwer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je stuwer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord stuwer is hier. De definitie van het woord stuwer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanstuwer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • stu·wer
enkelvoud meervoud
naamwoord stuwer stuwers
verkleinwoord

de stuwerm

  1. (beroep) havenarbeider
    • Goedgebekt, vooral op dreef als hij het geweten van Nederland mag zijn. Geboren in Den Helder, een telg uit het Vroom & Dreesmannconcern, waar zijn vader directeur en grootaandeelhouder was. Zelf stopte hij in 1978 met zijn studie sociologie om in de haven van Rotterdam als maoïst de revolutie te prediken. Rosenmöller werkte er als stuwer bij Müller Thomson. [2] 
    • Behalve sjorders, stuwers en bootwerkers heeft ook de havenbaron zijn langste tijd gehad. De vroegere eigenaren van havenbedrijven zijn vervangen door moderne managers. “Dat is een goede zaak voor de haven”, meent Zeele. “Het overleg tussen werkgever en bonden is er minder emotioneel van geworden.” [3] 
  2. (informeel) dief
88 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[4]