tooisel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tooisel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tooisel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tooisel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tooisel is hier. De definitie van het woord tooisel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantooisel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • tooi·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord tooisel tooisels
verkleinwoord

het tooiselo

  1. fraaie, kostbare kleding
  2. (overbodige) opsmuk
     Du Pon verklaart bijvoorbeeld een eenvoudige prediking voor te staan: „Geen windige wijsheid, geen smaak van woorden die de menselijke wijsheid leert; dat tooisel past de zuivere en eenvoudige waarheid niet.”[3]
64 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[4]
  1. tooisel op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    Dr. H. Florijn
    “Henricus du Pon en zijn intreepreek” (11-10-2005), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be