tweeheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tweeheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tweeheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tweeheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tweeheid is hier. De definitie van het woord tweeheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantweeheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • twee·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeheid tweeheden
verkleinwoord

de tweeheidv

  1. het uit twee delen bestaan
    • Het punt is, we kunnen het wél anders interpreteren. Die vrijheid van denken hebben we. Wij zien de gescheidenheid in de liefde als een mislukking, omdat we geleerd hebben de liefde als een eenheid te zien. Oefenen wij daarentegen onszelf naar liefde te kijken als een tweeheid, dan hoeven we ons over een heleboel dingen in één klap geen zorgen meer te maken. [2] 
    • Zo helpt Schulz zijn lezer bij wat hij zelf als ideaal formuleert: te 'rijpen naar de kindertijd', de wereld van voor de tweeheid. Door terug te keren naar dat 'geniale tijdperk', leren we de werkelijkheid onder andere, wezenlijker aspecten zien: 'De substantie van die werkelijkheid', schrijft hij in een brief, 'bevindt zich in een toestand van voortdurende gisting, ontkieming, verborgen leven. [3] 
    • Mondriaan, verbonden aan de kunstenaarsbeweging De Stijl, formuleerde dit idee zo: 'Het zuiver beeldend zien moet een nieuwe maatschappij opbouwen, zoals het in de kunst een nieuwe beelding opgebouwd heeft - een maatschappij van gelijkwaardige tweeheid van het materiële en het geestelijke, een maatschappij van evenwichtige verhoudingen'. [4] 
    • Als Groot-Nederlands nationalist, wiens activisme overigens niet zover ging dat hij België metterdaad kapot wilde maken, zette Geyl zich af tegen het Klein-Nederlandse respectievelijk belgicistische nationalisme van historici in Nederland en België, die elkaar de hand reikten als het erom ging juist van de tweeheid van de Nederlanden de historische logica te laten zien. [5] 
60 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[6]