uithoorde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uithoorde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uithoorde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uithoorde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uithoorde is hier. De definitie van het woord uithoorde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuithoorde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·hoor·de
vervoeging van
uithoren

uithoorde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uithoren
    • ... dat ik uithoorde. 
    • ... dat jij uithoorde. 
    • ... dat hij, zij, het uithoorde.