vakantiegenot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vakantiegenot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vakantiegenot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vakantiegenot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vakantiegenot is hier. De definitie van het woord vakantiegenot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvakantiegenot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • va·kan·tie·ge·not
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiegenot
verkleinwoord

het vakantiegenoto

  1. het plezier dat men heeft tijdens een vakantie
     Vandaag bekijken de touroperators samen met het Calamiteitenfonds of hun gedupeerde gasten op Cuba schadeloos gesteld moeten worden voor bedorven vakantiegenot.[1]
     We gingen naar de rechter. Die was er snel klaar mee: Bella moest de reissom terugbetalen, was verantwoordelijk voor de telefoon- en taxikosten én kreeg een boete van 500 euro voor gederfd vakantiegenot. In totaal werd bijna 2.200 euro teruggestort op Leens rekening. Genoeg voor een volgende vakantie. Maar dan wel een geslaagde.[2]
  1. Bronlink Weblink bron “Orkaan Ivan bezorgt reisbranche werk” (14-09-2004), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron
    DAS
    “Valse vakantiebeloftes maken all-inclusive tot ramp”, Tubantia