vakantiegevoel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vakantiegevoel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vakantiegevoel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vakantiegevoel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vakantiegevoel is hier. De definitie van het woord vakantiegevoel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvakantiegevoel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • va·kan·tie·ge·voel
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiegevoel
verkleinwoord

het vakantiegevoelo

  1. stemming die men heeft op een vakantie
     Vandaag worden spelletjes gespeeld. Er komen ook nog een playbackshow en een barbecue. Vuurkorven, lampjes en een waslijn met wat sokken en kleren, maken het vakantiegevoel compleet.[1]
     Wie verpozen in de natuur niet ziet zitten, kan ook proberen thuis een vakantiegevoel te creëren. Blogger Cynthia Schultz moest haar vakantie naar Japan annuleren, maar hield haar vrije dagen aan. Om thuis toch een vakantiegevoel te krijgen, zet ze het huishouden op een laag pitje. "Als je een huisje huurt, doe je de afwas. Maar veel meer niet."[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 22 juni 2022 Weblink bron “97 jaar oud en toch op de camping in Emmeloord” (23 juni 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 juni 2022 Weblink bron
    Maartje Geels
    “'Nederland is een bijzonderder vakantieland dan je denkt'” (17-05-2020), NOS