Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vakantieseizoen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vakantieseizoen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vakantieseizoen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vakantieseizoen is hier. De definitie van het woord
vakantieseizoen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vakantieseizoen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het vakantieseizoen o
- periode van het jaar dat veel mensen op vakantie gaan
- ▸ In de afgelopen tweeënhalve maand was gemiddeld ongeveer 1 op de 9 van de positief geteste mensen op reis in de periode voor de test; dat aandeel was in de afgelopen week dus fors hoger. Verrassend is dat niet, gezien het vakantieseizoen.[1]
- ▸ De zee bij Torrevieja was gisteren verraderlijk vanwege de harde wind. Op het strand waren bovendien geen badmeesters aanwezig, omdat het vakantieseizoen sinds 15 september voorbij is.[2]
- ▸ Nieuwe vliegtuigen kopen lost de problemen in ieder geval dit vakantieseizoen niet op. "Er is een algemeen tekort aan vliegtuigen in de wereld. De leveringen van nieuwe vliegtuigen hebben vertraging opgelopen, tijdens de pandemie hebben bouwers de productie verlaagd", zegt Rico Luman, econoom Transport en Logistiek bij ING Research.[3]