vakgenote

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vakgenote. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vakgenote, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vakgenote in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vakgenote is hier. De definitie van het woord vakgenote zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvakgenote, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vak·ge·no·te
enkelvoud meervoud
naamwoord vakgenote vakgenotes
verkleinwoord

de vakgenotev

  1. vrouw die hetzelfde vak uitoefent
    • Het publiek gaf de gelijknamige ring in 1911 aan Theo Mann-Bouwmeester ter ere van haar veertigjarige jubileum. Sindsdien wordt het sieraad door actrices doorgegeven. De bezitter van de ring geeft hem steeds aan een vakgenote die in haar ogen een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het Nederlandse toneel.[1] 
98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Niels Posthumus 29 januari 2017
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be