verkondiger

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord verkondiger. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord verkondiger, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je verkondiger in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord verkondiger is hier. De definitie van het woord verkondiger zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanverkondiger, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ver·kon·di·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord verkondiger verkondigers
verkleinwoord

de verkondigerm [1]

  1. iemand die een boodschap aan een groep mensen vertelt
     De revolutie was dichtbij, een nieuwe tijd brak aan en Domela was er de verkondiger van.[2]
     Al de praalstukken waren reeds uit de weg geruimd, De Chatillon Was te Kortrijk, en de intrede des vreemden meesters bijkans vergeten, wanneer er des morgens om tien uren een verkondiger voor het stadhuis ter Puil verscheen, en met enige bazuinklanken het volk deed bijeenlopen.[3]
     Het is die Gotama, die verhevene, de verkondiger van die leer, weet je wel.[4]




  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Theodoor Maria Bank; Marita Theodora Catharina Mathijsen
    “Nederland in de negentiende eeuw” (2006), Bakker, ISBN 9035129504
  3. “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334
  4. “Siddharta” (1922), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 902340341X