vreesde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vreesde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vreesde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vreesde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vreesde is hier. De definitie van het woord vreesde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvreesde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vrees·de
vervoeging van
vrezen

vreesde

  1. enkelvoud verleden tijd van vrezen
    • Ik vreesde. 
    • Jij vreesde. 
    • Hij, zij, het vreesde. 
     Ik kreeg het er benauwd van doordat ik vreesde dat de lijn er op elk moment weer mee kon stoppen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia