Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vroor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vroor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vroor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vroor is hier. De definitie van het woord
vroor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vroor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vroor
- onpersoonlijke verleden tijd van vriezen
vroor
- enkelvoud verleden tijd van vriezen
- Ik vroor.
- Jij vroor.
- Hij, zij, het vroor.
91 % |
van de Nederlanders;
|
91 % |
van de Vlamingen.[1]
|