wandloper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wandloper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wandloper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wandloper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wandloper is hier. De definitie van het woord wandloper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwandloper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wand·lo·per
enkelvoud meervoud
naamwoord wandloper wandlopers
verkleinwoord wandlopertje wandlopertjes

de wandloperm

  1. een Zweeds wandtapijt
     Oom Hans Olaf had met de hand ouderwetse wandlopers gemaakt in aquarelkleuren, Alice had echte kaarsjes voor de kerstboom te pakken gekregen, zelf slaagde Eric er met behulp van Het grote kookboek in om de ham zowel te koken als te paneren en in de oven te bakken, hij had eraan gedacht om de brandewijn koud te zetten, had bier en kerstbier kelder- 142 koud bewaard in de enorme provisiekast van oudoom Sverre en eigenlijk, beseften ze allemaal in de zweterige voorbereidingen van de laatste uren, was het project je reinste waanzin.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149