wantrouwigheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wantrouwigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wantrouwigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wantrouwigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wantrouwigheid is hier. De definitie van het woord wantrouwigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwantrouwigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wan·trou·wig·heid

afleiding van wantrouwig met het achtervoegsel -heid

enkelvoud meervoud
naamwoord wantrouwigheid wantrouwigheden
verkleinwoord

de wantrouwigheidv [1]

  1. het andere mensen niet vertrouwen
    • In deze stijl begrijpen we de voorkeur voor de vele zware substantieven op -heid (Hij bedwong zijn ongeduldigheid, ‘zonder haastigheid,’ ‘buien van driftigheid, dan weer van wantrouwigheid’) boven de actiever vormen: ongeduld, haast, drift, wantrouwen; - van analyserende constructies als: ‘Van den eersten dag was de onaangenaamheid in huis, van grove of hatelijke opmerkingen aan de eene zijde, van verzwegen gegriefdheid aan de andere.’ [2] 
    • De karakterschildering is over het algemeen juist en door welaangebragte contrasten treffend: zeer schoon staat de weelderige Jacoba tegen de kuische en hopeloos minnende Bertha over; de eergierige en listige Brederode tegen den braven, zachtzinnigen Eggert; de vadzige en welgebuikte Abt van Egmond tegen den krachtigen Arkel, wiens wantrouwigheid alleen niet in dergelijke karakters schijnt te passen. [3]