werkhok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord werkhok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord werkhok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je werkhok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord werkhok is hier. De definitie van het woord werkhok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwerkhok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
werkhok
  • werk·hok
enkelvoud meervoud
naamwoord werkhok werkhokken
verkleinwoord werkhokje werkhokjes

het werkhoko

  1. kleine ongezellige ruimte waarin iemand zijn hobby kan uitoefenen
    • Mijn vader heeft er ook een. Hij noemt het zijn atelier, en veel meer dan dat is het niet. Het verhaal gaat dat mijn ouderlijk huis, een draak langs een troosteloze, drukke steenweg, alleen mijn ouderlijk huis is geworden omdat het volledig onderkelderd was en derhalve ruimte bood voor een werkhok waarin vader zich kon uitleven met elektrisch gereedschap allerhande.[2] 
  2. kleine ruimte voor het personeel / werk- en schoonmaakspullen
    • „We hoorden passagiers ‘hij schiet Hij schiet’ roepen in het Engels. Ik was met mijn twee kinderen en mijn vriendin. Ineens zag ik het personeel voorover gebukt door de gang rennen. Ze openden hun werkhok met een speciale sleutel en sloten zich daarin op. Ik dacht dat dit het einde was, dat we zouden sterven. We zaten in een muizenval”[3] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard DONDERDAG 1 JUNI 2017
  3. de Telegraaf EVELINE BIJLSMA 23 aug. 2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be