zangkoor

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zangkoor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zangkoor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zangkoor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zangkoor is hier. De definitie van het woord zangkoor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzangkoor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Zangkoor
  • zang·koor
enkelvoud meervoud
naamwoord zangkoor zangkoren
verkleinwoord zangkoortje zangkoortjes

het zangkooro

  1. (kunst) een groep vocalisten die tezamen een stuk muziek zingen, al of niet met instrumentale begeleiding
    • Ons zangkoor heeft net een kerstcantate ten gehore gebracht. 
    • Op dinsdagavond begon mijn werkweek. Ik dirigeerde een zangkoortje. Het was het vijfde koor van mijn carrière. Nooit langer dan twee jaar of het koortje viel uit elkaar. Of ik zei op. [1] 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. Sandes, David
    De wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 15
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be